De wijding van de kerk was en is een groot feest. Ze bekroont een lange weg van overleg en inzet van velen bij het plannen, het bouwen en inrichten van een kerk. De bisschop komt ze wijden. Hij zalft met chrisma het altaar en op twaalf plaatsen de muren van de kerk. Het altaar en de ambo wijzen op de dienst van het woord en de dienst van het brood. Het kerkgebouw consolideert de gemeenschap. Deze is Gods kerk ter plaatse. Zij is belangrijker dan de stenen. Waar twee of drie in Jezus’ naam samen zijn is er reeds gemeenschap (Mt 18,20). Zowel bij de kerkwijding als bij de herdenking ervan bidden we dat we levende bouwstenen mogen zijn, die deelnemen aan en bijdragen tot de verkondiging, de liturgie en de diaconie.
Kerkwijding
De kerkwijding onttrekt het gebouw aan het profane gebruik. Het gebouw dient voor de cultus, waar de gemeente Gods gaven viert en herdenkt. Het roept een ingetogen sfeer op. Wij halen er kracht voor het leven van elke dag. We noemen de kerk het huis van God, maar Hij is overal te vinden. Ze is tevens het huis van de christen gemeenschap, een vergaderplaats waar de geloofsmysteries worden gevierd.
De oudste bekende kerk is de huiskerk van Dura Europos in Syrië. Ze zou dateren van 231 en werd opgegraven in de jaren 1930. Heel oude kerkjes staan in Armenië, het land waar - nog vóór Constantijn - het christendom in 301 al officieel bestaansrecht kreeg.
Kerkenbouw
De grote kerkenbouwer is keizer Constantijn. Duizenden kerken zijn sinds zijn bekering tot de christelijke religie overal ter wereld gebouwd. Grote en kleine, in alle mogelijke bouwstijlen. Er zijn kerken die indruk maken door hun schoonheid, andere door hun soberheid. In de vluchtelingenkampen van Calais stonden schamele kerkjes. Een kerk is het schoonst wanneer een gemeenschap er bidt en verenigd is. Vele kerken behoren tot het cultuurpatrimonium van een land. Elk kerkgebouw heeft zijn eigen geschiedenis: gebouwd en verbouwd, vervallen en gerestaureerd, kapot geschoten tijdens de Grote oorlog, vernietigd door fanatici, geplunderd door beeldenstormers. “Nu zijn het andere troebelen - een tekort aan christelijk geloof - die ons nopen tot de kerk te sluiten en zo ook van onze generatie beeldenstormers maakt” (citaat uit het parochieblad van Wetteren bij de sluiting van drie kerken). Het ware treurig mochten alle kerken eindigen naar het model van de kale muren van de kerk van Bossuit of zoals de ruïnes van de abdijkerk in Villers-la-Ville. Toch ademen deze resten een geest uit en doen ze mensen verstillen en hen even op zichzelf terugwerpen.
“Spijtig” zei een vrouw van veertig. “De oude mensen verdwijnen, de jongeren komen niet meer.” Op de vraag: “En jij?” antwoordde ze: “Het is nog niet omdat ik niet naar de kerk ga, dat ik niet geloof.” Maar hebben we elkaar niet nodig om te geloven en het geloof te voeden?
Erfgoed
Er hangt weemoed nu kerken worden gesloten en daarbij in het Westen priesters en profeten versuft dolen door het land (Jer. 14,18).
Bijna overal is men begaan met de toekomst van de parochie en de kerkgebouwen. Onlangs schreven de Franse bisschoppen naar aanleiding van de sluiting van kerken en de fusie van parochies het document Ces églises qui font l’Eglise over de toekomst van 42.000 katholieke kerkgebouwen in Frankrijk.
Er is de zorg om het erfgoed. Zo zoekt de cultuurdienst van de stad Gent ‘Reddende engelen.’ Ze leidt vrijwilligers op om het erfgoed in vijftien Gentse kerken te beschrijven, te fotograferen en schoon te maken.
Verbondenheid
Er zijn mensen in de straat die nog nooit een voet in een kerk hebben gezet. Anderen doen het sporadisch. Een pastoor noemde ze vroeger christenen op vier wielen, die bij het doopsel naar de kerk werden gebracht in een kinderwagen, in een auto met wit lintje naar hun eerste communie en met een schone witte grote slee voor hun huwelijk en met de lijkwagen bij hun uitvaart.
Veel kerkgangers die met enige regelmaat naar de kerk komen, rijden met de wagen en kiezen soms hun kerk in functie van de parking of ook wel omwille van de verzorgde dienst en de verbondenheid met andere gelovigen. Hun aantal vermindert en dit heeft zijn weerslag op de toekomst van de kerkgebouwen.
De verbondenheid met de kerk ter plaatse kan heel groot en innig zijn. De toren is een wegwijzer naar boven, het kerkgebouw zelf een herinnering aan de plek, waar onze ouders huwden, grootouders zijn begraven, waar we de Bonden van het Heilig Hart zagen floreren, waar we hoorden preken, zelfs donderpreken ondergingen en waar wij samenkwamen bij een dankmis voor een jubileum en na een priesterwijding.
Jaarlijks wordt de kerkwijding herdacht. De kermissen hebben daar hun oorsprong. Zelfs als het kerkbezoek vermindert en de kerk gesloten is of een andere bestemming kreeg, blijft de kermis behouden.
Danken
De herdenking van de kerkwijding is een dankfeest. Dank aan hen die zorgen dat kerken open kunnen blijven zowel om hun liturgisch belang als hun historisch waarde, dank aan allen die verantwoordelijkheid dragen voor het kerkgebouw, dank aan hen die helpen bij de liturgie, die taken opnemen, die instaan voor een gebedsdienst, begeleiden bij rouw, catechese geven op zondag, dank aan al wie een bouwsteentje is in dit groot geheel en doorheen de jaren het geloof heeft bewaard. Een organist werd gevierd om zijn vijftig jaar dienst in de kerk. Hij dankte veel personen. “En ten slotte, - zei hij - wil ik God bedanken, omdat ik in deze vijftig jaar dankzij of ondanks alles wat ik hier heb gehoord ben blijven geloven!”
Wij moeten vooral God danken omdat hij midden ons wil leven en mee optrekt op onze pelgrimstocht, waarbij kerken een halte zijn en ons verzekeren van een dak.
“Zomaar een dak boven wat hoofden, deur die naar stilte openstaat.
Muren van huid, ramen als ogen, speurend naar hoop en dageraad.
Huis dat een levend lichaam wordt als wij er binnengaan
om recht voor God te staan.” (ZJ 735)
Dit jaar viert de Actie Open kerken de tiende verjaardag. “Open kerken staat voor een netwerk van open en gastvrije gebedshuizen. Een open ruimte voor liefhebbers van erfgoed: kunst, stilte, spiritualiteit en gemeenschapsleven” (www. Openkerken.eu). In het bisdom Antwerpen staat Toerisme Pastoraal Antwerpen vzw (TOPA) garant voor een cultuurhistorische ontsluiting van het religieus erfgoed van de stad en het bisdom.
Toekomst bouwen
Wij zijn niet enkel behoeders van het verleden, maar bouwers aan een toekomst.
In het bisdom Gent werden op 15 augustus 2016 het aantal dekenaten teruggebracht tot tien. Daarbinnen wordt gewerkt aan de groei van nieuwe parochies. Haar centrum is de ontmoeting met Christus en zijn evangelie.
Wanneer we samenkomen voor de eucharistie horen we telkens een oproep tot zending om christen te zijn zowel op zondag als op dinsdag en elke dag van de week. Wij horen er de apostel Paulus die ons vraagt om ons aan God toe te wijden als een levende, heilige offergave, waarbij wij de geestelijk eredienst brengen. “Stemt uw gedrag niet af op deze wereld en wordt mensen met een nieuwe visie” (Rom. 12,1-2).