Woorddienst deel I:
28 december, dag van ‘onnozele’ kinderen.
Dit is een van de weinige feestdagen die ik ken, omdat mijn vroegere vriendin op die dag geboren is. Ze werd er meermaals door uitgelachen, maar wij repliceerden dan dat ze zelf onnozel waren want dat ze niet wisten dat onnozel betekende onschuldig. Toen, ik vermoed dat we acht à negen jaar waren, verstond ik die woorden niet zo goed.
Ik herinner me wel dat ik heel verdrietig en verontwaardigd was over het verhaal van de kindermoord. Hoe kon iemand zo slecht zijn om onschuldige baby’s te vermoorden? In die tijd zonder TV was een gewelddadige dood nog alleen maar in sprookjes voorgekomen, maar dat was niet echt hé. En nu werd dat in de godsdienstlessen als een waar gebeurd verhaal voorgesteld. - Ik had nog niet gehoord van concentratiekampen, en van de genocide van de rode Khmers, de slachting tussen Hutu’s en Tutsi’s, de slachtoffers van de golfoorlogen was er nog geen sprake.-
Toen ik aan mijn moeder vroeg wat er met die onschuldige, onnozele baby’s gebeurde zei ze eerst dat die naar het voorgeborchte van de hemel gingen. Maar dat verstond ik niet zo goed. Ik versta het trouwens nog niet. Na enige uitleg zei ze dan dit worden engeltjes. Daar had ik wel enig idee van want boven het wijwatervaatje aan de trap was een engeltje uitgebeeld. en aan de wieg hing ook een heel klein engeltje met een schapulier van Maria. Vooral de glimlach van die engeltjes vond ik aantrekkelijk en hun krullend haar.
Enige tijd later verongelukte een buurmeisje, ze was jonger dan ik, ze was onder een vrachtauto gelopen. De hele buurt was perplex. Zij werd ook een engeltje. Zij had een lief hoofdje met krullend haar.
De kindermoord was een van mijn eerste kennismaking met de echte dood van mensen en ik vond dit zeer onrechtvaardig. maar het overlijden van het meisje op de hoek van de straat bracht de dood heel dicht bij mijn leven. Ik besefte dat de dood inherent is aan het leven, en veel verdriet mee bracht, maar een gevoel van onrechtvaardigheid bleef in mij sluimeren bij elke dood.
Jullie horen het deze viering gaat over geboren worden en sterven en over hoe leven en sterven één zijn. Tevens ben ik nagegaan welke rol engelen spelen in mijn leven en in het leven.
In de kerstviering benoemde Marcel engelen als wezens die een verbinding vormen tussen hemel en aarde, tussen het goddelijke en het menselijke en tevens waren er prachtige verhalen, getuigenissen van hoe we engelen kunnen zijn voor elkaar. Dit vind ik een prachtige gedachte waar ik volledig mee eens ben, maar ik zou engelen vandaag vooral willen belichten als wezens die de overgang maken of de verbinding maken tussen leven en dood. Als de wezens of krachten die ons begeleiden naar de overkant.
Onlangs op een rommelmarkt stond ik perplex voor een schilderijtje of prent. Ik voelde mij terug in mijn jeugd. In een duister gedeelte van de kelders en tussen de grootste rommel keek een engel mij glimlachend aan. De prent stelt een engel met grote kleurrijke vleugels voor, die een of twee kindjes begeleidt over een gevaarlijke brug naar de overkant, meestal in een guur bos. Alle mijn kinderlijke angsten om te verdwalen of om achtergelaten te worden, mijn schrik voor de wilde dieren, voor het donker kwamen weer naar boven maar tevens de troost van die grote beschermende engel die altijd bij ons was ook al zagen we hem niet en die altijd voor ons zorgde. Wat een geruststelling.
Ik herinner me dat ik als kind niet kon slapen, ik vermoed uit schrik en ik had mijn moeder geroepen. Ik zei dat ik niet wist waarom ik niet kon slapen. Zij had mijn angsten wel door want zij raadde mij aan om drie weesgegroetjes te bidden en dan zou mijn engelbewaarder mij wel beschermen in mijn slaap. Bij het uitschrijven van deze woorden besef ik pas hoe belangrijk dit in mijn leven was. Het gevoel van gedragen worden, beveiligd zijn, iemand zijn werd niet afhankelijk gemaakt van mensen maar van een goddelijke liefdevolle kracht, die altijd aanwezig en werkzaam was waar ik ook was, als ik het maar vroeg.
Toen ik vorige week woensdag vernam dat Lut Jansen overleden was, was mijn eerste reactie: hé dat kan niet dat is niet rechtvaardig. Dit is veel te plots, zij is nog veel te jong, trouwens ik had nog een afspraak met haar. Zij had mij zondagavond getelefoneerd rond de viering van vandaag. En omdat ik nog druk aan het verbeteren was, zou Lut reeds beginnen om een verhaal dat zij zo mooi vond en reeds gebruikt had tijdens een kerstviering in gasthuisberg te verwerken voor deze viering. Luisteren we naar dit mooi kerstverhaal over de engel Gabriël.
Verhaal: “Toen God de wereld had geschapen…”
Toen God de wereld geschapen had met alles erop en eraan, begonnen de engelen de meest lieflijke muziek te maken die er bestond. Eén engel kon wonderschoon zingen, het was Gabriël. Als hij zong werd de hemel en de aarde helemaal met blijdschap vervuld. Maar toen de schoonheid van de schepping vernietigd werd door de slang, veranderde het lied van de engel: het was doordrongen van treurnis. Zo droevig dat God zei: ”Je moet ophouden met zingen, Gabriël. Want als je zo verder zingt, zal de hele schepping verstarren in verdrieten de wereld zal ophouden te bestaan.”
De engel luisterde naar God, maar vroeg: ”Zal ik dan nooit meer mogen zingen?”
God troostte Gabriël en beloofde hem: “Er komt een tijd dat je weer zult zingen. Waak intussen over de aardemensen! Veel boosaardigheid zul je zien, maar ook het streven om het goede te doen. Over duizenden jaren zal er een kind geboren worden met een lichtend gezicht en een gewaad uit de kleuren van de regenboog. Op de dag dat je dit ziet gebeuren, zal je weer zingen over de vreugde, die de hemel en de aarde opnieuw vervult.”
Zo hield de klaagzang van Gabriël op. En de aarde begon weer te leven, al was alles veel zwakker. Gabriël de engel van vreugde en verdriet, keek voortaan met verlangen uit naar ieder kind dat op aarde geboren werd. Zou het volgende kind een lichtend gezicht hebben? Maar de engel werd steeds teleurgesteld, want er kwamen zoveel kinderen op de wereld, maar niet één had een regenbooggewaad, al hadden sommige gezichtjes wel een lichtende glans.
In de tijd dat Gabriël waakte over al de kinderen die geboren werden, veranderd er iets bij hem. Hij begon van ze te houden, van ieder van hen. Al hadden ze dan geen lichtend gezicht, toch was de belofte van dat ene bijzondere kind ook met hen verbonden. Steeds vaker vloog Gabriël naar de aarde en fluisterde de pasgeborenen een woord in het oor. Welk woord het was, weet ik niet, en als het kind groter was, dan vergat het dit woord ook. Maar toch was de werking bij de kinderen wel zichtbaar: het zorgde ervoor dat hun ogen glansden. Dus moest dat engelenwoord wel een geheimzinnige boodschap vol vreugde zijn geweest. Duizenden en duizenden jaren later mocht Gabriël aan Maria gaan zeggen dat zij de moeder zou worden van het kind met het lichtend gezicht, gekleed in de kleuren van de regenboog. “Maar zal zij me verstaan?” vroeg de engel. “Zij zal je verstaan,” verzekerde God hem, “ Zij is nooit dat eerste woord vergeten dat jij in haar oor hebt gefluisterd, toen zij nog een klein kind was. In haar hart verwacht Maria jou.” En zo gebeurde het.
En een hele tijd later in een stal waar Maria en Jozef de nacht doorbrachten omdat er nergens plaats voorhen was, werd het plotseling zo licht, alsof de zon was opgekomen. Maar het was een soort licht dat je alleen met droomogen kan zien, als je er open voor was. En plots was de lucht vervuld met muziek, muziek die je ook alleen met je hart kunt horen: het Christuskind was geboren. Gabriël was weer gaan zingen en zijn zuivere lied steeg op tot aan de troon van God en alle engelen zongen mee.
“Zij is nooit dat eerste woord vergeten dat jij in haar oor hebt gefluisterd, toen zij nog een klein kind was. In haar hart verwacht Maria jou.”
Welk woord zou de engel Gabriël in ons oor gefluisterd hebben? Welk woord zou de engel in Lut haar oor gefluisterd hebben? Deze viering is mij voor een stuk ingefluisterd door Lut. Om een echt antwoord te vinden moeten we het stil maken in onszelf, moeten we onze gedachten tot rust brengen, moeten we luisteren naar ons hart. Trouwens herkennen we de engel als hij langs komt?
Ik vermoed dat ik de eerste woorden van wat de engel Gabriël in elk van ons oor gefluisterd heeft ontdekt heb en ik zal het jullie verklappen. De engel Gabriël fluisterde eerst je naam en dan zei hij: God ziet je heel graag, bij hem ben je altijd welkom en dan gaf hij elk van ons een tip of aandachtspuntje om ons leven meer kleur te geven. Maar dit tweede deel is uniek en moet je zelf terug ontdekken.
Jullie zullen je afvragen hoe weet zij dat? Ik heb al veel naar mijn innerlijke geluisterd en met veel mensen gepraat, maar de lezing van deze zondag heeft mij zekerheid gegeven.
Het evangelie handelt over Jezus die in de tempel achtergebleven was. Maria dacht dat Jezus bij Jozef was en Jozef dacht dat hij bij Maria was. Je kan je bij dit verhaal hun angst en verontrustheid goed in denken.
Welke ouder is niet ongerust als hun kind er niet op tijd is? Als hun kind niet is waar zij denken dat het is? Als het kind een andere weg inslaat dan de weg die de ouders uitgestippeld hadden? Als het kind onbereikbaar wordt door zich in zichzelf op te sluiten of door drugs en drank?
En welk kind heeft geen schrik als het zijn ouders verliest? Als ze scheiden of overlijden? Als de ouders onbereikbaar zijn door de drukte van hun job of door hun eigen zorgen en onmacht?
Het merkwaardigste aan dit verhaal is het antwoord van Jezus. Ik weet niet hoe ze thuis zouden reageren of hoe ik als moeder zou reageren als één van de kinderen bij hun te laat thuiskomen zou zeggen: Wist ge niet dat ik in het huis van mijn vader moest zijn? Ik denk dat ik verontwaardigd zou zijn en zeggen wat denk jij nu, hier is je thuis, hier is je vader. Maar Maria die reageerde zo niet. “Die bewaarde alles diep in haar hart”. Dat lijkt me een vreemde reactie. In mijn ogen lijkt zij zo op het eerste zicht een doetje die met zich laat sollen.
Het is maar met de woorden van de engel Gabriël voor ogen: “ Jij ,(naam,) weet dat God je heel graag ziet en niet alleen jij maar heel zijn schepping. Het is maar met die wetenschap en ervaring dat ik Jezus wijsheid kan verstaan. Had Jezus niet door, dat zijn huis, de hele wereld was, de hele schepping? En besefte Jezus niet beter dan eender wie dat God zijn vader was, die hem liefheeft en altijd draagt. Maria verstond dit niet helemaal maar zij besefte waarschijnlijk dat elk leven groter is dan mensenwerk
Heeft niet elke ouder door dat hun kind veel meer is en anders is dan zij beide kunnen vatten.
Wat zo mooi is in dit evangelie is dat Jezus ons huis, veel ruimer maakt dan de plaats waar onze ouders zijn. Dat gevoel van geborgenheid, van geliefd zijn, van beschut zijn dat we meestal vooral ontdekken tijdens onze eerste kinderjaren is overal aanwezig waar God is, want Hij is ons eerste thuis en Hij heeft ons altijd lief, wat er ook met ons of met onze ouders gebeurt. God is liefde en warmte en elk kind is ergens een kerstekind door God, meestal geholpen door de engelen, gedragen en bemind.
Bezinning na de communie
Hoe kan een kind een beeld van God hebben, als volwassenen dit niet kunnen vatten? Engelen zijn de schakel tussen het goddelijke en het menselijke, fascinerend, vol licht en warmte. Zij zijn een uiting van al Zijn kracht, vandaar dat er ontelbare engelen zijn.
In de eerste lezing fluisterde de engel Gabriël eerst de naam van elke boreling en dan zei hij: God ziet je heel graag, bij hem ben je altijd welkom en veilig en dan gaf hij elk van ons een tip of aandachtspuntje om ons leven meer kleur te geven. Maar het tweede deel van zijn boodschap is uniek en moet je zelf terug ontdekken.
Lut Jansen wou ons hierbij helpen en daarom heeft ze een boek genaamd :Vijftig engelen van Anselm Grün laten kopiëren. Elk blad belicht één talent of waarde die een leven meer kracht of zin geven, bij het buitengaan kan je uit een mandje een engelenblaadje nemen dat een inspiratiebron kan zijn voor het volgend jaar, een tip voor het gefluisterde tweede deel.
Engelen zijn een schakel tussen dit leven en het hiernamaals. Lut was volop aan ’t lezen over engelen, ook het verhaal van Tobbit, waarin de engel of metgezel goede raad geeft aan Tobbit. Ik vermoed dat er een stralende engel aan haar verschenen is en haar al glimlachend de weg getoond heeft naar de overkant, waar zij zonder pijn en schrik kan leven in de warmte van het eeuwig licht. Deze geruststelling laat mijn gevoel van onrechtvaardigheid smelten, doden zijn niet dood, maar leven verder in de glorie: het licht en de warmte van onze God die eeuwig leven is.
Maar zij laat ons niet verweesd achter want zij stuurt een leger engelen naar ons met haar wensen.
Een engel komt vandaag naar je toe
en fluistert een woord
teder en zacht
Bewaar het in jouw hart
Het zal je ogen doen glanzen.
Zalig kerstfeest
gelukkig nieuwjaar.