Het profane Pasen lukt wel, een beetje zon, mensen op een terrasje,
naar de meubelboulevard 2e paasdag maar verder:
Gisteren in Italië een grote uitvaartviering,
tientallen kisten van vaders en moeders
met soms een klein kistje erop van een kindje.
Vanochtend zet ik de radio aan om inspiratie op te doen voor de paaspreek:
de kardinaal van Dublin sprak over ‘seksschandalen in de Ierse kerk',
goede morgen. Wat moeten we nou nog als kerk,
er is al het nodige gepasseerd, wat nu: inpakken en wegwezen,
met de staart tussen de benen ons terugtrekken uit het openbare leven?
Maar er zijn ook niet kerkelijke dingen die ons zorgen baren in 2009.
Er is een economische crisis en berichten
over schietpartijen en aanslagen worden langzamerhand ‘gewoon.'
We gaan er aan wennen of we worden er wanhopig van.
Dat zijn allebei geen goede oplossingen.
We hebben onszelf ermee en de voortgang
van Gods goede plannen met deze wereld wordt er door geblokkeerd.
Ieder voorjaar vieren joden en christenen Pasen.
De joden gebruiken het Hebreeuwse woord 'Pesach',
de christelijke benaming 'Pasen' is daarvan afgeleid.
Het woord ‘Pesach' betekent ‘doortocht'
en dat zet ons op het goede spoor: ergens doorheen komen.
Het Paasfeest dat beschreven wordt
in het Oude Testament gaat over de bevrijding uit de slavernij in Egypte.
Het ergste van de slavernij was - lezen we in een joods commentaar -
dat alles wende.
Pasen vieren is niet zo gemakkelijk als je denkt.
Je bent er niet door een grote hoeveelheid eieren
(al of niet van chocola) in te slaan of alleen maar ‘Alleluia!' te zingen.
Het gaat om het gedenken in de volle betekenis van het woord.
Het gaat daarbij niet om het gedenken van
zomaar een gebeurtenis uit een ver en voorbij verleden.
Het betreft hét gebeuren uit het verleden bij uitstek
waaraan wij als gelovigen onze identiteit te danken hebben.
Dat is de inbraak van God zelf in ons bestaan.
Hij liet ons niet zomaar wat aan modderen
maar stuurde ons zijn eigenste Zoon
om ons tot de orde te roepen en doortocht mogelijk te maken.
Hij deed dat op een eigenaardige manier.
Niet alleen door ons een perfect leven voor te leven
- dat ook natuurlijk - maar er is meer.
Hij leerde dat de graankorrel in de aarde moet sterven om te leven
dat wie een nieuw leven wil winnen moet loslaten.
Dat wie onder ons de eerste wil wezen
dienaar moet durven worden.
Die dienstbaarheid hebben we de afgelopen donderdag overwogen
toen we hoorden hoe Jezus zijn leerlingen de voeten waste.
Zo deed Hij afstand van alle macht.
Zolang een mens macht heeft wordt hij corrupt.
Dat maken we mee in onze economische wereld;
de crisis. Het is afschuwelijk dat er slachtoffers vallen,
dat er bij sommige gezinnen geen brood meer op de plank is.
Maar voor de bovenbazen is het heel leerzaam
dat eindelijk die malle bonussen eens worden afgeschaft.
Ik weet het, ik ben niet deskundig op dat gebied
maar toch durf ik te zeggen dat dit het uur van de waarheid is.
Voor de grote wereld om ons heen
voor de grootmachten die de aarde regeren
maar ook voor de kerk.
Een economisch systeem dat zich rijk rekent stort in
en een kerk die zich breed maakt in eigen gelijk
heeft geen woord meer voor de wereld.
Maar een economisch of staatkundig systeem
dat eindelijk gaat bedenken hoe er recht kan worden gedaan aan de rechtelozen
kan overleven en heeft toekomst.
Datzelfde geldt voor de kerk:
een kerk die mensen uitdaagt eerlijk tegenover zichzelf te staan
zo'n kerk die mensen uitnodigt om Jezus te volgen;
zo'n kerk - en dat geldt dan voor elke godsdienstige groep - heeft toekomst.
Maar een kerk die de echte vragen van deze tijd naast zich neerligt
en blijft vertrouwen op macht en gelijk... stort in.
Er is hoop ondanks alles; als wij maar eerlijk durven zijn
en willen gedenken in de volle betekenis van het woord.
Het gaat daarbij niet - ik zei het al - om het gedenken van
zomaar een gebeurtenis uit een ver en voorbij verleden.
Het betreft hét gebeuren bij uitstek
waaraan wij als gelovigen onze identiteit te danken hebben.
Dat is de inbraak van God zelf in ons bestaan.
Dat wordt herdacht, om te beginnen, bij het Joods Pasen.
Om open te staan voor dat nieuwe gebeuren
stelt de jongste aanwezige de kritische vraag:
‘Waarom is deze avond anders dan andere avonden?
Ja waarom, alles lijkt toch te blijven zoals het is.
Als antwoord wordt dan het verhaal verteld van de bevrijding ooit
van het volk van God uit de slavernij van Egypte
en er wordt gezegd: ‘wij willen nu bij elkaar zijn
als toen in Egypte op de avond voor ons vertrek.'
Het joodse paasmaal wordt thuisgevierd
wij zijn samen in een huis dat wat groot uitgevallen is.
Een huis dat heilig is. Niet omdat het zo groot is
of omdat wij op de werelderfgoedlijst van de Unesco zouden komen te staan
maar omdat mensen hier eerlijk willen zijn.
Niemand is hier belangrijker dan de ander
wij zijn samen leerlingen, kinderen van één Vader.
Wij zijn allemaal samen te vergelijken met de jongste deelnemer
aan het joodse paasmaal die vraagt waarom deze avond anders is.
Deze avond is anders, als ik nu even als de vader bij het joodse paasmaal
antwoord mag geven: dat is omdat God
die Israël bevrijdde uit Egypte
en die Jezus bevrijdde uit de dood
ook onze bevrijder wil zijn hier en nu.
En daarom kunnen wij opgewekt verder leven:
Wij hebben op onze pelgrimstocht door het gewone bestaan
een geweldige Supporter, Jezus, de gezant van God, die ons leidt.
En daarom brengen ouders welgemoed hun kinderen naar deze kerk
om ze op de weg van Jezus te zetten
en daarom komen jonge mensen in de komende maanden
opgewekt de kerk binnen om elkaar hun jawoord te geven:
ze geloven dat het toch kan: liefhebben, eerlijk zijn.
Daarom haken mensen in bij de geloofsgemeenschap
u zult het vandaag weer meemaken,
Al Liën en Gideon.
Ze sluiten zich bij ons aan
niet omdat de katholieke kerk de beste is
maar omdat Jezus serieus gevolgd moet worden met vele anderen
van Afrika en Azië, Amerika en Europa.
Ze sluiten zich aan bij een kerk die blunders maakt en fouten
maar tegelijkertijd de kostbaarste schat doorgeeft aan komende generaties
van het geloof, de trouw woord en sacrament,
van de hoop die het wapen is tegen droefheid en luiheid
van de liefde die God naar ons toebracht in Jezus
en die wij aan elkaar moeten geven.
Die kerk ontvangt niet alleen doopouders en doopkandidaten
of vormelingen en jonge stellen maar ook mensen
die afscheid moeten nemen van een geliefde.
En dan blijkt Pasen nog belangrijker dan u al dacht
want we geloven en we vieren dan
dat het leven sterker is dan de dood
en dat de God die Jezus verloste uit het graf
ook ons bevrijdt uit de wurggreep van die dood.
Het evangelie van Marcus eindigt vreemd.
De vrouwen die bij het graf de boodschap krijgen
dat Jezus weer leeft worden niet blij.
Ze worden bang en vertellen niemand er iets van.
Gelukkig heeft Marcus dat opgeschreven
anders hadden wij het ook niet geweten.
Wat Marcus bedoelt is duidelijk:
Pasen vieren is niet gemakkelijk,
het is geen vanzelfsprekend uitbarsten in Alleluiazang
maar het is geloven tegen alle ongeloof in
hopen tegen de wanhoop in
en blijven gedenken dat God het eerste woord heeft
en ons uitdaagt er nu eindelijk eens werk van te maken:
van een nieuwe wereld van recht en vrede
van een kerk die dienstbaar is en vroom.
Pasen vieren is niet gemakkelijk:
we hebben daarom hulptroepen nodig,
de heiligen van voorheen die het hebben volgehouden.
Niet zonder zin denken we aan hen
en roepen wij hen aan om hulp.
Er zijn mensen voor ons geweest die het goed gedaan hebben
zouden wij het dan ook niet kunnen? Ja toch, met Gods hulp wel;
zalig Pasen toch.
Hein Jan van Ogtrop, pastoor.