Zeven maal zegt Jesus wie Hij voor zijn mensen is.
De vorige week hoorden wij hem zeggen 'ik ben de goede herder'
maar daar gingen andere teksten aan vooraf.
Ik noem alle zeven woorden die Jesus gebruikt
om zelf te zeggen wie hij is:
'Ik ben het brood
Ik ben het licht
ik ben de deur
de herder
de weg
de verrijzenis en het leven
de ware wijnstok.’ We begonnen met het brood dat ons in leven houdt op de weg
en we eindigen bij de wijn, de drank van Gods nieuwe toekomst.
God zelf wordt in de Bijbel wel eens met een tuinman vergeleken.
een wijngaardenier om precies te zijn.
Het is een prachtig beeld.
Zorgzaam is God bezig en teder is zijn zorg.
Hij verwacht van ons eenzelfde zorg en tederheid voor elkaar.
Nooit besteedt je genoeg zorg aan een mens,
de mens is een groeiend wezen.
'GROEIEN DOOR HET LEVEN'
was een prachtige brief van de bisschoppen enkele jaren gelden
over de ouder wordende mens...
De brief gaat over de ouder wordende mens...en
-laten we eerlijk zijn - dat zijn wij allemaal.
‘Groeien door het leven’ is een prachtige titel.
We worden, door reclame en andere zaken soms wel eens gedwongen
te gaan geloven dat je, naarmate je ouder wordt, vervalt.
Het wordt allemaal steeds minder.
Een franse filosoof heeft eens precies andersom gezegd:
'als de mens pas geboren wordt is hij oud...
hij is hulpeloos en zit zelfs in het begin nog vast aan zijn
moeder maar dan komt de bevrijding en groeit hij los,
hij groeit zich jong en onafhankelijk'.
Die groei-gedachte kun je ook verbinden aan het begrip kerk.
De kerk is ook al 2000 jaar aan het groeien
en steeds weer ontdekken wij nieuwe dingen.
Persoonlijk vindt ik het met de dag interessanter worden.
Er is zoveel veranderd.
Er is niet alleen maar van alles weggevallen -zoals zovelen zeggen-
maar er is zo oneindig veel meer bijgekomen in de loop der jaren.
Dingen waar wij vroeger niet over dachten
worden nu uitgebreid besproken.
We denken na over spiritualiteit,
wat ons geloof echt inhoudt
over onze relatie met andere godsdiensten:
over vrede, over discriminatie en noem maar op.
Voor buitenstaanders is het soms onbegrijpelijk wat ons aan de kerk bindt.
Heeft de kerk niet vele fouten gemaakt in het verleden?
Ja, dat is waar maar door schade en schande wordt je wijs.
De kerk is, net als de mens, een gebeuren,
de kerk groeit door het leven.
Onze Paus is nu op weg om de relatie te gaan verbeteren
met de Islam en de Oosterse kerken.
Dat is goed en nuttig.
Maar de kerk heeft nog een veel bijzonderder geheim.
De kerk is niet zomaar een club, een hobbyclub
of een gezelligheidsvereniging.
Neen, de kerk is verbonden, met al haar vezels aan IEMAND.
De kerk is verbonden met Jesus.
Het gaat in de kerk nooit om Paus of bisschoppen en om de pastoor.
Dat zijn allemaal maar mensen met hun fouten die hun werk moeten doen.
Maar het gaat om Hem, de Heer van de kerk.
Door lid te zijn van de kerk raak je, als het goed is steeds inniger
MET HEM VERBONDEN, de levende Heer van de kerk.
Je ontvangt van Hem het ware leven
en je kunt verder gaan als iemand die jong is,
iemand die niet zonder hoop is.
Je weet dat Hij de nieuwe toekomst in handen heeft,
dat Hij garant wil staan voor Vrede en Recht
en dat de beloftes van een nieuwe toekomst,
dankzij en met Hem uit kunnen komen.
De eerste lezing vertelt ons over iemand die eerst nog oud was:
SAULUS. Hij zat vastgeklonken aan het oude
en kon de komst van een nieuwe Messiaanse beweging
rond Jesus van Nazareth helemaal niet plaatsen.
Dus ging hij er stevig tegen te keer en was op weg naar Damascus.
Op die weg is er iets met hem gebeurd.
Hij werd van zijn paard geworpen --zo vertelt het verhaal-
hij werd verblind door licht en hij ontmoette degene die hij uit alle macht vervolgde:
Jesus de Heer van de nieuwe wereld.
Omdat hij van christenvervolger plotseling christenvriend is geworden
kan hij zich niet meer bij de joden in Damascus vertonen:
hij moet haastig wegvluchten uit de stad
en wordt in een mand langs de stadsmuur neergelaten.
Maar bij de mensen die zijn nieuwe vrienden zouden moeten zijn
-de christenen- is hij ook niet welkom.
We horen echter vertellen dat er één is (Barnabas)
die grensoverschrijdend bezig durft zijn
en hem introduceert bij de Jesus-gelovigen van Jeruzalem.
Paulus, nu een vruchtbaren rank aan de wijnstok Jesus,
maar eens een felle vervolger
komt nu een tijd lang tussen de beide partijen in te hangen.
Door de volgelingen van Jesus wordt de vroegere vervolger gewantrouwd
en zijn oude maten, de Farizeeën, moeten hem niet meer.
Hij is zijn wortels kwijt.
Barnabas brengt hem de Christusgemeenschap binnen.
Zo krijgt hij werkelijk stevige wortels.
Hij zal later zeggen dat dat geen breuk betekent met de oude stam Israël
als hij de christenen in Rome waarschuwt:
'jullie zijn een nieuw loot
op de oude stam Israël...
Zeg nooit dat je op je zelf kunt staan
want een tak zonder stam verdort
maar via de stam en de wortels krijgt hij de levenssappen die hij nodig heeft.
De vorige Paus heeft ons dat geleerd
-de vorige week stonden we nog aan zijn graf-
wij zijn blijvend met Israel verbonden
en zo, levend uit eenzelfde wortel
joden en christenen samen verbonden
met de God van Abraham, Izaäk en Jakob
levend vanuit dezelfde hoop:
wachtend op een nieuwe goede toekomst.
Volgens ons is die in Jesus, de ware wijnstok opgebloeid
volgens de joden moeten we nog een beetje geduld hebben.
Wij zijn christenen, we houden ons vast aan Jesus
maar een beetje meer geduld zou ons sieren
en meer aandacht voor het gewone leven hier en nu
dat nog wel wat verbetering verdient.
We zijn er nog niet als we zeggen dat Jesus onze weg is
dan begint het lopen pas:
er wordt van ons heel wat verwacht.
Dat we liefde uitstralen bijvoorbeeld.
Dat we geloof en vertrouwen uitstralen in de mens
en dat wij daarnaar handelen.
Als wij ons geloof serieus nemen
zullen wij het nooit zover laten komen
dat we wegdwalen van de Messias en Zijn gemeente.
We zullen die blijven opzoeken want alleen is maar alleen
en zonder de levenssappen
die ons vanwege de Messias toevloeien zullen wij verdorren.
Het evangelie van vandaag met dat ernstige slot
(over dat verdorren en weggeworpen worden)
wordt ons gelezen opdat wij de beslissing zullen nemen
ons met de levende Heer verbonden te willen houden
en vanuit Zijn levensopdrachten te leven,
tot zegen van ons zelf en van anderen.
In een nieuw lied staat het zo mooi: het zijn Paulus woorden:
Wie zal ons scheiden ooit
van God ons goed en bloed
geen toekomst en geen dood, bedreigt ons meer voorgoed,
genadig en getrouw,
wil Hij mijn vrede zijn
geen mens die Hem weerhoudt
om onze God te zijn.
Zo moge het zijn, Amen.