En nog altijd herdenken wij hier en op vele plaatsen Jezus van Nazaret, die toen al in het verzet ging tegen mensen en sys¬temen die de samenleving wilden opdelen in rangen en standen, kleuren en rassen. Hij riep op tot eenheid. Geen eenheid tegen, maar een eenheid met: eenheid met God, eenheid met Hem, Jezus Christus, en eenheid met elkaar.
Vandaag vertelt Hij over die eenheid aan de hand van het - voor onze streken - wat moeilijke beeld van de wijnbouwer, de wijnstok en de ranken. Mijn Vader is - zegt Hij - de wijnbou¬wer, die zorg draagt voor de wijngaard. Ik ben de wijnstok, en gij, met Mij verbonden, zijt de ranken. Daarmee drukt Hij zijn leerlingen opnieuw op het hart: zorg ervoor dat je met Mij verbonden blijft.
Wat betekent dat? Drie dingen, zegt het evangelie vandaag.
Het betekent ten eerste dat we zijn woorden ter harte nemen, echt in ons opnemen, en ons leven voortdurend toetsen aan zijn woorden. Met Hem verbonden blijven is dus: ons door Hem laten gezeggen.
Een tweede weg om met Hem verbonden te blijven is het gebed. Jezus zelf is ons hierin voorgegaan. Geregeld lezen we over Hem dat Hij zich in de eenzaamheid terugtrekt om te bidden tot de Vader. Zo komt Hij biddenderwijs met zichzelf in het reine. Met Jezus verbonden blijven betekent geregeld met Hem in gesprek gaan, tijd vrijmaken voor bezinning en gebed.
Een derde wijze waarop onze verbondenheid met Hem kan blijken, is dat we vrucht dragen. En wat dat betekent, zegt Johannes kort en goed waar hij schrijft: ‘We moeten niet liefhebben met woorden en leuzen, maar met concrete daden'.
Ruim vijftig kinderen vieren dit weekend hun eerste communie, en volgende week een tweede, bijna even grote groep. Ik houd mijn hart wel eens vast voor de toekomst, de geloofstoekomst van al die kinderen. Dat ligt niet aan die kinderen, maar aan ons, groteren, die niet aanstekelijk genoeg geloven. En het hangt vooral af van hun ouders.
In het evangelie van vandaag staat een goed actieprogramma voor geloofsopvoeding: vertellen over Jezus en wat Hij gedaan en gezegd heeft, en het zelf echt ter harte nemen. Kinderen leren bidden door het zelf eerbiedig te doen, thuis en samen met andere gelovigen in de kerk. En ten slotte: je geloof niet bij woorden en leuzen laten, maar het ook laten zien in je levenshouding. Als kinderen ouders hebben die deze dingen doen, kan het niet anders of de vonk van het geloof moet overslaan, en kan het worden tot een vuur dat het leven warm maakt.