Jezus gebruikt dat beeld om de band tussen Hem en ons te verhelderen. Van onze kant bestaat die band met Hem in het geloof. Christenen geloven in Jezus Christus. Niemand kan daartoe gedwongen worden. Het is een vrije keuze. In het beeld van de rank en de wijnstok ontbreekt die vrijheid hele¬maal. De tanken hebben gewoon geen keuze, ze moeten - op leven en dood - aan de stam gehecht blijven. Hoe valt dat te rijmen met de vrije geloofskeuze?
Dat geloven een vrije daad is, zal niemand betwisten, ook Jezus niet. Sommigen geloofden niet in Hem. Hij respecteerde hun keuze. Aan degenen die wel in Hem geloofden, stelde Hij echter hoge eisen. Tot hen zei Hij dat de verbondenheid met Hem van vitaal belang is. Zoals de rank aan de wijnstok. Het ‘ja' of ‘neen' tegen Jezus is een zaak van vrije keuze. Maar eenmaal het jawoord gegeven, is het geloof geen vrijblijvende zaak meer.
De gelijkenis van de wijnstok corrigeert hier een taai misverstand. Wij vatten het christelijk geloof spontaan op als een levensbeschouwing, een van de vele in onze samenleving. Het zou dan een soort korf zijn waaruit wij naar believen opvattingen, waarden en principes kunnen kiezen. In dat geval is het geloof een levensbeschouwelijk pakket dat aan de vrije keuze van de persoon wordt aangeboden. In feite is dat een verkeerde voorstelling van de zaken. En hier brengt her beeld van de wijnstok en de ranken een fundamentele verheldering. Het christelijk geloof is geen pakket opvattingen, maar een band met Iemand. Een vitale band. Een kwestie van leven of dood.
Planten ‘weten' hier beter dan mensen. Of, beter gezegd, het vegetale leven van planten laat zien welke band er is en moet blijven tussen de Heer en zijn volgelingen, tussen Jezus Christus en ons, gelovigen. Geen puur ideële band, gebouwd op gelijkluidende opvattingen. En ook geen louter actieve band, gevormd door een gezamenlijke inzet voor de goede zaak. Maar een vitale band. Daarom denken christenen niet alleen maar aan Jezus. Ze doen ook niet alleen maar zoals Hij. Ze hechten zich aan Hem, zozeer dat ze zijn vlees eten en zijn bloed drinken.