Zusters en broeders,
Zoals zo dikwijls hoorden we een evangelie waarbij we ons moeten afvragen welke plaats wij innemen in het verhaal. Wellicht voelen we ons verbonden met die rijke jonge man. Die is nogal overtuigd van zijn voorbeeldig leven. Vandaar dat hij Jezus aanspreekt als ‘Goede Meester’, want hij verwacht van Hem alleszins een goede, dus een positieve reactie. Immers, al van in zijn jeugd onderhoudt hij de geboden op voorbeeldige wijze, dus vindt hij dat hij op een eeuwige beloning mag rekenen. En dat is voor ons zeer herkenbaar, want ook wij hebben de neiging te denken dat we heel goed bezig zijn als we de tien geboden onderhouden, en dat we dus zeker de hemel verdienen.
Maar Jezus reageert helemaal anders dan de jonge man het had gewild. ‘Bekeer u en volg Mij’, zegt Hij, en dat is hetzelfde wat wij op Aswoensdag horen: ‘Bekeer u, en geloof in de Blijde Boodschap’, en die blijde boodschap is Jezus volgen. Het is voor Jezus dus niet voldoende de tien geboden te onderhouden. Als je dat doet, doe je inderdaad, niets slechts, maar doe je ook iets goeds? En dat is precies wat Jezus van die jonge man en dus ook van ons verlangt: dat we meer doen dan ons aan de tien geboden houden. Dat we dus afstand nemen van onszelf en van onze drang naar rijkdom en bezit om te delen met mensen in nood. Met andere woorden: Ons bekeren en Jezus volgen betekent dat we evenveel van onze naasten houden als van onszelf, en die eis staat inderdaad niet uitdrukkelijk in de tien geboden.
Maar afstand nemen van zijn drang naar bezit ziet de jonge man echt niet zitten, waarop Jezus reageert met zijn beroemde uitspraak: ‘Voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om in het Koninkrijk van God te komen.’ Hoezeer Hij met die woorden de doorsnee mens doet huiveren, blijkt uit de reactie van de leerlingen. Die vragen zich verbijsterd af wie er dan nog kan gered worden. En die verbijstering hoeft ons niet te verbazen, want rijkdom en bezit werden door Jezus’ Joodse tijdgenoten juist gezien als een beloning van God aan hen die zijn geboden onderhielden. En nu zegt Jezus precies het tegenovergestelde: rijkdom maakt het zo goed als onmogelijk om in Gods Koninkrijk van liefde, vrede en gerechtigheid te komen.
En hier moeten wij ons zeker afvragen hoe wij op dat alles reageren. Zijn wij, zoals de jonge man, uit op een beloning van God omdat we zijn geboden onderhouden, en voelen ook wij er niets voor om afstand te doen van ons bezit om Jezus te volgen? En zijn wij even verbijsterd als de apostelen door de uitspraak van Jezus over die kameel en die rijke? Want ook wij proberen er op zijn minst materieel niet slecht voor te staan, en ook wij zijn wellicht niet bereid afstand te doen van ons bezit. Belanden we dan in dezelfde verbijstering als de apostelen? Stellen ook wij ons dus de vraag of we nog gered kunnen worden?
Het is geen gemakkelijke boodschap die we vandaag horen, want de eisen van Jezus zijn niet niets. Maar er zijn ook heel hoopgevende woorden in het evangelie. Wanneer de jonge man Jezus aanspreekt met Goede Meester, reageert Hij: Waarom noemt gij Mij goed? Niemand is goed, behalve God.’ En dat moet ons goede moed geven, want als zelfs Jezus niet goed kan zijn, hoe zouden wij dat dan kunnen zijn, hoezeer we ook ons best doen. En het blijft niet bij die hoopgevende woorden over goed zijn. Wanneer de apostelen na het beeld van de kameel en de rijke verbijsterd vragen: ‘Wie kan dan nog gered worden?’, antwoordt Jezus: ‘Voor God is alles mogelijk.’
Voor God is alles mogelijk: zusters en broeders, ook als we niet door het oog van een naald geraken worden we niet automatisch door God veroordeeld. Zolang we ons best doen om echt in Hem te geloven, en om naar het voorbeeld van Jezus even goed te zijn voor onze naasten als voor onszelf, helpen we meebouwen aan het Koninkrijk van Gods liefde, vrede en gerechtigheid. Laat die geest van wijsheid waarvan sprake is in de eerste lezing maar over ons komen. De wijsheid die maakt dat we niet verslaafd zijn aan onszelf, aan macht en aan rijkdom. De wijsheid die ons leidt naar de weg van Jezus, en dat is een mooie weg. Amen.