Lied van een lijdende dienaar. Lijden en zingen, hoe kan dit samengaan? Het lijden leidt tot een klaaglied voor de pijn die wordt geleden. Het kan de aanzet zijn tot een protestsong.
Het derde lied over de Lijdende Dienaar is een opener voor de liturgie van de Goede Week. Het komt uit het boek Deutero-Jesaja. De anonieme profeet laat de pijn aanvoelen van de Lijdende Dienaar, maar ook diens onwankelbaar vertrouwen.
G.F. Haendel heeft teksten over de lijdende dienaar opgenomen in zijn Messias. J.S. Bach componeerde cantates met de passieverhalen. De Joods-Griekse dichter Iakovos Kambanellis overleefde het concentratiekamp Mauthausen (Oostenrijk). Samen met de componist Mikis Theodorakis heeft hij gezorgd voor de opvoering van de Mauthausenliederen. Theodorakis was opgepakt door de nazi’s en later opnieuw tijdens het bewind van de Griekse kolonels. Wij denken aan de gruwel van de Holocaust en aan de vele plaatsen waar mensen worden onteerd, mishandeld, gefolterd.
De schoonheid zal de wereld redden. Daarin heeft de kunst haar betekenis. Maar is elke kunst schoon? Ze toont soms lelijke taferelen. Een beroemd werk van Picasso is zijn Guernica. Is een dodendans schoon?
Bij de Joden en de moslims stelt zich de vraag anders. Ze mogen geen afbeeldingen maken van levende wezens en geen afbeeldingen van God. Ze houden zich aan het beeldverbod uit de bijbel. “Maak geen afgodenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel is of van iets beneden op aarde of in het water onder de aarde” (Ex. 20,4). De bijbel zette toch het licht op groen voor ambachtslui, die cultische voorwerpen maken. God liet zijn keuze vallen op Besaleël en Ohaoliab, aan wie Hij “uitzonderlijke talenten schonk, wijsheid, vakmanschap en inzicht op allerlei gebied” (Ex. 31,1-11).
Je mag geen beeld maken van God. Maar langs de incarnatie komt God zelf in onze wereld. Vanaf de derde en vierde eeuw wagen christenen zich aan afbeeldingen van Christus. In tijden van vervolgingen vermeed men zich op die wijze te uiten. Geleidelijk komen langs symbolische wijze in de catacomben christelijke afbeeldingen.
De kunst werd later vooral gebruikt als middel tot catechese. Elke levensfase van Christus en elk mysterie ervan is uitgebeeld. Zijn lijden kwam vaak aan bod. Wij zien hem als de Ecce homo, als de man van smarten, gezeten op een koude steen. Jezus wordt uitgebeeld op zijn kruisweg naar Golgotha. Jeroom Bosch toont hem bespot door de boosdoeners. Veel kunstenaars schilderden Jezus aan het kruis. Een kruisbeeld zou ons altijd moeten choqueren en uitdagen. Het kruis waarbij Franciscus bad in San Damiano is serener dan de gekruisigde op een schilderij van Servaes. In Tancrémont hangt een romaanse Christus met koningsmantel en zonder doornenkroon. Zo verschillend van de gekruisigde Christus op het Isemheimer altaar, werk van Mathias Grünewald (Colmar).
Calvijn stond weigerachtig tegenover het beeld. Het concilie van Trente bevordert alweer kunst als catechese en geeft aan veel kunstenaars opdrachten. De opdrachtgever krijgt daardoor meer invloed dan de kunstenaar met zijn eigen inbreng. Zo groeide een scheiding tussen kerk en kunstenaar. Kunstenaars voelen goed aan waar de wereld mee bezig is en hoe deze er uitziet met zijn vreugdes en zijn zorgen. Hedendaagse kunstenaars wijzen op de kwetsbaarheid van de mens, op de gebroken mens, soms de mens in zijn verval (Zie Kunst en spiritualiteit, Kunsttijdschrift Vlaanderen n° 310, samengesteld door Emmanuel Van Lierde).
De band tussen kerk en kunst wijzigt ten goede wanneer hedendaagse kunst in een kerk een plaats krijgt. Misschien gaat de kunst meer de weg op van de abstracte kunst. Een besef van de onuitspreekbaarheid van God? Het beeld vertelt nu minder over het geloof, maar het kan helpen om dit geloof te verdiepen.
Mark Delrue beweert in zijn boek Op vleugels van verlangen. Over de eigen taal van kunst dat vele actuele kunstenaars een solide herkenningspunt vinden in het lijden van Christus. “De 20° eeuwse kunstenaars in de XX° eeuw schilderen Christus niet langer als een geïdealiseerde lichaam maar als de mens die solidair is met al wie gefolterd wordt” (Marc Delrue, op. cit. p. 107). Hij geeft als voorbeeld tekeningen van Alfred Hrdlicka in het oecumenisch centrum Plötzensee (Berlijn). Verder nog haalt hij het werk aan van Jan-Luc Moerman, de Getatoeëerde Christus. De website www.artway.eu toont teksten en kunstwerken gerelateerd aan religie.