Vol verwachting uitzien (1 Kor. 1,7)

 

December is een drukke maand

Landelijke gilden vieren in het begin vaan de maand het Sint Elooi-feest. Sint Elooi is de patroonheilige van tal van ambtelijke beroepen.

Zes december: feest voor de kinderen, Sint Nikolaas komt op bezoek.

En daarna begint de opstelling in tal van plaatsen van de kerstmarkten en wordt het lijstje gemaakt aan wie we onze kerst en nieuwjaarswensen zullen richten. Wij zijn op zoek naar een originele wens en kijken uit hoe we kerstdag en nieuwjaar zullen vieren, wie we zullen uitnodigen of bij wie mogen gaan vieren.

En gans de maand december horen we de oproepen in tv en radio voor ‘de warmste week van het jaar’.

Advent

December is ook de tijd van de advent, die ons voorbereidt op het feest van de geboorte van Jezus. Nergens is er geschreven dat Jezus op 25 december zou geboren zijn. Geboren is hij zeker. Het was wellicht in het jaar 5 vóór Christus en hij is gestorven in april van het jaar 30. Hij heeft sindsdien een onuitwisbare plaats in de geschiedenis.

Christenen zijn in Rome zijn geboortefeest gaan vieren ter vervanging van de viering in de winter van het feest van de Onoverwinnelijke Zon. In plaats van een heidens feest werd het een christelijk feest.

Bij de dennenboom komt het kerststalletje in huis en ook hier en daar op de publieke plaats. Zoals op de Grote Markt in Brussel en zeker ook op het Sint Pietersplein in Rome.

De Advent en de Vasten zijn de sterke tijden van het liturgisch jaar. Wellicht houden we meer van de Advent dan van de Vasten. Hij is met zijn vier zondagen minder lang dan de zes weken van de Vasten en houdt vooral een blije verwachting in.

Advent is een tijd van verlangen. En ons leven lang zijn we in verwachting en zien we uit naar een ontmoeting. Dit zou zeker een kenmerk moeten zijn van een christen. Hij en zij vertrouwen op God. Hij is de boetseerder, wij zijn het leem, zo zegt het de profeet Jesaja (Jes. 63,7).

Het vertrouwen naar de toekomst is op onze dagen niet zo schitterend. Er zijn veel uitdagingen en grote onzekerheden. Onderzoekers peilen naar de visie op de toekomst bij jongeren, bij de Z-generatie en de millennials die haar zijn voorgegaan. (Millennials, zij die ruwweg tussen 1981 en 1995 geboren zijn, terwijl Generatie Z de jaargangen 1995 tot 2012 omvat). Prof. Zulehner, een Oostenrijks jezuïet, schreef onlangs: “Ook de jonge generatie heeft ongelooflijk vele, ja zelfs apocalyptische angsten. Die wijzen als op een bedreiging aangevoelde toekomst. In zulk een situatie gaat de hoop ten onder waarvoor religies sinds lang de bron zijn.” Wij worden kortademig door alles vlug en onmiddellijk te willen.

Het Oude, het Eerste Testament ademt ten volle in een sfeer van verwachting. God is met zijn volk begaan. Hij laat het niet alleen. Hij zal bij hen komen wonen.

Hij toont zich een God van mensen, die een verbond aangaat met Abraham, met Mozes, met het volk Israël, die spreekt door de profeten en in Jezus voor ons God-Immanuel is geworden.

Wij blijven hopen dat God zich verder manifesteert in deze wereld, dat zijn rijk van gerechtigheid en solidariteit verder groeit. Daarom roept Jezus ons op om waakzaam te zijn. Hij heeft aan ieder van ons een taak toevertrouwd (Mc. 13,34).

Advent is ook een tijd waar onze aandacht gaat naar de medemens. We worden daartoe aangespoord door Welzijnszorg, die onze blik richt naar armen en kansarmen in eigen land. Wij kunnen er het ganse jaar aan meewerken langs Welzijnsschakels.

Advent is geen tijd van afwachten, maar van verwachten. Het is een tijd van inzet die voor het ganse leven geldt. In zijn recente exhortatie Laudate Deum van 4 okt. 2023 heeft paus Franciscus opnieuw gewezen op onze verantwoordelijkheid voor het behoud van de schepping.

De Interdiocesane Dienst voor Gezinspastoraal deed een voorstel om bij kerkelijke feesten generaties samen te brengen, waarbij jongeren hun ouders en grootouders bevragen hoe ze vroeger en nu feesten zoals Advent, Kerstmis en andere beleven en ervaren.

Grootouders zullen misschien vertellen hoe in de klas adventshuisjes werden gemaakt.

Hoe hen de indruk is bijgebleven van twee mariale feestdagen in deze periode, zoals het feest van 8 december en vooral de Gulden mis, die gevierd werd de woensdag van de Quatertemperweek van de Advent, heel vroeg in de ochtend en met veel licht, Maria ter ere.

Misschien klinkt in hun oren nog de klank van het Gaudete, de Latijnse intredezang van de derde zondag, de zondag van de vreugde. “Gaudete”, “Verheug u, want de Heer is nabij “(Phil.,4,4-5), De zondag van Gaudete in de Advent heeft een broertje in de Veertigdagentijd met de zondag van Laetare.

Ero cras

De verwachting naar kerstmis stijgt in de laatste week voor Kerstmis vanaf 17 december. Vanaf die dag wordt nog intenser gebeden en gezongen met zeven O-antifonen. Christus wordt begroet als Wijsheid, Adonai, Wortel van Jesse, Sleutel; als Koning; als Oriënt, vooral als Emmanuel, God met ons. De beginletter van elk van deze Latijnse antifonen geven deze korte zin: “Ero cras.” “Morgen zal ik er zijn.” In mijn oude missaal van Affligem las ik dat dit een acrostichon wordt genoemd. Een geleerd woord!

Het kortste Adventsgebed is een bede die komt uit het laatste boek van de bijbel: “Kom, Heer Jezus!” (Apoc. 22,20). In het Aramees zou dit betekenen Maranatha. Dit woord wordt één keer gebruikt door Paulus (1 Kor. 16,19). Paulus geeft in deze brief een blijvende opdracht mee voor de advent van ons leven: “Blijf waakzaam, sta vast in het geloof, wees moedig en sterk. Laat alles bij u gebeuren met liefde “(1 Kor 16, 13).

Christenen, man en vrouw, jong en oud, we zijn adventsmensen, “hoopvol wachtend op de komst van Jezus Messias.” Daardoor kunnen we vertrouwen uitstralen, ook in donkere tijden..

xxxxxxxxxxxxxx

Wachten is moeilijk.

Wachten is vervelend.

Wachten is vandaag

misschien nog wel

moeilijker en vervelender

dan ooit tevoren... want

we leven in een tijd

van “hier, nu en meteen”.

We moeten zelfs niet meer

wachten op het nieuws.

We zien het op het moment

dat het gebeurt.

Geen uitgestelde relais meer,

maar direct per satelliet.

Wachten is onzeker.

Wachten is beangstigend.

Wachten is vandaag

misschien nog wel

onzekerder en beangstigender

dan ooit te voren... want

we leven in een tijd

van crisis en twijfel.

Geen zekerheid meer zelfs

dat onze kinderen het beter

zullen hebben dan wij.

We wachten dus af

in bang wantrouwen.

Maar er is ook een ander

wachten: een wachten

in blij vertrouwen.

Dat wachten noemen we

“verwachten”.

Dat is het wachten van

de advent, wachten op

de komst van Christus.

Ons hele geloof spreekt

van hoopvol wachten,

van uitzien in vertrouwen.

Wie uitziet in hoop

en wacht in vertrouwen,

bouwt aan de toekomst.

Mark Van de Voorde