Zusters en broeders,
Half september is voorbij, dus moeten de druiven geplukt worden. De parabel van de wijngaardenier zou zich dus in onze tijd kunnen afspelen. En er moet veel werk zijn in die wijngaard, want de landeigenaar gaat al ’s morgens om 6 uur naar de markt op zoek naar arbeiders die voor hem willen werken. Hij doet dat ook om 9 uur, om 12 uur, om 15 uur en om 17 uur, en om 18 uur ontvangen al die arbeiders hun dagloon. Tot ongenoegen van de arbeiders van het eerste uur krijgen ze allemaal één denarie, en dat is het normale dagloon in die tijd. Maar die groep van 17 uur heeft toch maar één uur gewerkt? Waarom krijgen die evenveel als zij die twaalf uur gewerkt hebben? Vertaald naar vandaag zou je zeker een hoop protest krijgen, met wellicht stakingen en betogingen erop en eraan. Maar misschien zou de werkgever van vandaag even goed bij zijn beslissing blijven als de landeigenaar in de parabel: hij heeft één denarie afgesproken met de arbeiders van het eerste uur, en dat krijgen die ook. Als hij ook de andere arbeiders zoveel wil betalen, is dat toch zijn zaak, en niet de hunne?
Maar misschien moeten we de zaak anders bekijken, en ons afvragen wie die arbeiders zijn. En dan weten we: die van het eerste uur zijn de knapsten. Dat zijn die met het hoogste diploma, de meeste ervaring en de beste komaf. Dat zijn zij die al generaties lang op gelijk welk domein topfuncties bekleden. En die van het laatste uur zijn de kansarmen. Dat zijn jongeren zonder ervaring of zonder diploma. Dat zijn volwassenen of ouderen die vaak ziek zijn, hulpbehoevend of gehandicapt. Dat zijn vreemdelingen of migranten die niemand vertrouwt. Maar dat kunnen wij ook zijn, want ook wij hebben goede en kwade dagen. Ook wij zijn misschien te oud om nog voluit te kunnen presteren, ook wij zijn misschien soms ziek en hulpbehoevend.
Dus is het goed dat we ons afvragen wie die landeigenaar in de parabel eigenlijk is. Nee, dat is geen werkgever zoals wij die vandaag kennen, maar dat is God. En zijn wijngaard is zijn Koninkrijk van liefde, vrede en vreugde. Dat is een Rijk waar iedereen gelijk is, want voor God is iedereen echt gelijk en krijgt iedereen gelijke kansen. Dus wordt er aan het loket van de uitbetaling van dat Koninkrijk anders gerekend dan wij gewoon zijn. Aan dat loket krijgt iedereen hetzelfde loon, ook zij die minder lang gewerkt en minder gepresteerd hebben, want voor God zijn alle mensen, alle rassen, alle standen gelijk, dus vraagt Hij ook aan iedereen om te werken in zijn wijngaard van liefde en vrede.
En dat doet Hij omdat zijn liefde er is voor alle mensen, dus ook voor die van het elfde uur, en zelfs voor hen die niet eens op de markt van het geloof staan. Ook zij krijgen Gods liefde. En dat is iets wat wij wellicht nooit zullen begrijpen: dat Gods liefde er is voor iedereen, dus ook voor mensen die wij niet kunnen uitstaan of die ons niet kunnen uitstaan, voor mensen die ongelovig zijn, die fout gaan, die wreed zijn, die misdadig zijn. Ook voor hen blijft Gods liefde bestaan. Je moet ze natuurlijk willen krijgen – zoals die arbeiders van het elfde uur. Ze hadden ook kwaad kunnen zijn omdat de heer hen niet vroeger was komen halen. Zoals wij kwaad kunnen zijn omdat bijlange niet alles verloopt zoals wij het graag zouden hebben.
Zusters en broeders, in de eerste lezing zegt God de Heer: ‘Uw gedachten zijn niet mijn gedachten, mijn wegen zijn niet uw wegen.’ Het zou goed zijn als we die woorden in ons zouden opnemen. We moeten immers echt geen moeite doen om God te begrijpen, en nog minder om Hem voor te houden wat Hij moet doen en wat Hij niet mag doen. Wat we wel moeten doen is ons inzetten voor zijn wijngaard van liefde, vrede en vreugde, niet alleen voor onszelf, maar voor alle mensen. Vandaag is het voor de katholieke Kerk de Werelddag van de migrant en de vluchteling. Het is duidelijk dat zij de arbeiders zijn van het elfde uur. Dat ze voor God dus even belangrijk zijn als de arbeiders van het eerste uur. Laten we dus openstaan voor hen, zodat ook zij zich thuis kunnen voelen in de wijngaard die wij met Gods hulp proberen uit te bouwen. Amen.